De muntjak is het kleinste hert van Europa. Het dier heeft een varkensachtige aanblik door de korte poten, het in verhouding stevige lijf en de vaak gekromde rug. De vacht is in de zomer vrij egaal glanzend kastanjebruin, maar naar de buik toe iets lichter. In de winter wordt de vacht donkerbruin en de poten bijna zwart. De muntjak heeft wit aan de kin en een witte spiegel, die gewoonlijk door de staart bedekt wordt. De staart is vrij lang voor een hertachtige. Op het voorhoofd heeft het vrouwtje een vliegervormige donkere vlek, die overgaat in een donkere streep over de rug. Deze streep is niet altijd even duidelijk zichtbaar. Bokken hebben meer een V-vorm die loopt over de hoog uitstekende rozenstokken, waaraan een kort gewei zit met maximaal een kleine vertakking. Het gewei wordt ieder jaar tussen mei en juli afgeworpen en groeit in de zomer opnieuw aan.
Naast het feit dat de muntjak problemen ondervindt, wordt hij ook beschouwd als een schadelijke soort. Deze schade bestaat vooral uit (vraat)schade aan bossen (jonge aanplant en wilde bodemflora), landbouw en tuinen. Ook is er schade aan verkeer. Indirect kan de verandering aan plantensamenstelling effect hebben op andere diersoorten. Bron: Zoogdiervereniging
In Zuid-Holland is momenteel geen vergunning voor het optreden tegen de muntjak. Wel is deze diersoort opgenomen in de Wnb-opdracht valwild, wat het mogelijk maakt een gewond dier uit zijn lijden te verlossen.
Toegestane maatregelen:
Uitsluitend uit het lijden verlossen van gewonde/beknelde dieren.
Details







