Kleine mantelmeeuw
Kleine mantelmeeuw

De kleine mantelmeeuw is een betrekkelijk recente broedvogel in Nederland; het eerste broedgeval vond plaats in 1926 op Terschelling. Daarna bleef het lange tijd een zeldzame tot schaarse broedvogel en de kleine mantelmeeuw liet pas sinds de jaren zestig een sterke toename zien. Deze was vooral te danken aan een sterk verhoogd voedselaanbod door overboord gezette bijvangsten bij de boomkorvisserij en snijafval (visingewanden). Landelijk groeide de populatie kleine mantelmeeuwen gestaag door tot circa 2010, waarna de stand stabiliseerde en vervolgens afnam.

In het Faunabeheerplan meeuwen Havengebieden Rotterdam, Dordrecht en Alblasserdam 2022 t/m 2027 zijn mogelijke maatregelen voor het meeuwenbeheer opgenomen. In tegenstelling tot eerdere faunabeheerplannen voor meeuwen is in dit faunabeheerplan de maatregel nestbehandeling niet opgenomen. De ongunstige staat van instandhouding van de zilvermeeuw laat dit niet toe. Wel zijn, onder gestelde voorwaarden, mogelijk de maatregelen broedvrij houden, het verplaatsen van nesten en het incidenteel vernietigen van nesten.

Voor het gebruik van deze maatregelen hebben bedrijven toestemming nodig van de FBE. Hoe deze toestemming is aan te vragen is opgenomen in het document Werkwijzer maatregelen, hieronder te downloaden. Voorafgaand aan een aanvraag voor toestemming is per jaar een door de FBE goedgekeurd Maatwerkadvies meeuwen nodig. De FBE heeft een toelichting en instructie voor dit Maatwerkadvies opgesteld. Deze is op deze pagina te downloaden. Om op tijd voor toestemming voor maatregelen voor 2024 in aanmerking te komen moet een Maatwerkadvies vóór 15 februari 2024 bij de FBE zijn ingediend.

Actuele situatie

De volgende maatregelen kunnen in de havengebieden Rotterdam, Dordrecht, Alblasserdam vrij worden gebruikt:

  1. Tot en met 31 juli: het broedvrijhouden conform de wijze van uitvoering zoals beschreven in § 6.3.1 van het faunabeheerplan, 24 uur per etmaal, om het broeden te voorkomen bij diverse categorieën van bedrijven c.q. locaties (zie hieronder bij Periode & Gebied), met uitzondering van het gebruik van vrijvliegende jachtvogels én
  2. Het broedvrijhouden conform de wijze van uitvoering zoals beschreven in § 6.3.1 van het faunabeheerplan gedurende het gehele jaar, 24 uur per etmaal, bij het Loodswezen en AVR, met uitzondering van het gebruik van vrijvliegende jachtvogels.

Andere maatregelen kunnen per bedrijf alleen plaatsvinden na goedkeuring van het Maatwerkadvies door FBE, te weten:

  1. Tot en met 31 juli, 24 uur per etmaal: opzettelijk storen en incidenteel vangen en doden met vrijvliegende jachtvogels (havik, slechtvalk en woestijnbuizerd) diverse categorieën van bedrijven c.q. locaties (zie hieronder bij Periode & Gebied).
  2. Het gehele jaar, 24 uur per etmaal: opzettelijk storen en incidenteel vangen en doden met vrijvliegende jachtvogels (havik, slechtvalk of woestijnbuizerd) bij AVR.
  3. Tot en met 31 juli: het verplaatsen van nesten, volgens protocol, gelegen binnen een straal van 30 meter van bedrijfsinstallaties (1) bij de benoemde categorieën van bedrijven (zie hieronder bij Periode & Gebied). Nesten met jongen worden niet verplaatst.
  4. Tot en met 31 juli: het vernielen van (eieren en) nesten volgens het protocol op het terrein van het Loodswezen en tot 300 meter buiten dit terrein.
  5. Tot en met 31 juli: het vernielen van (eieren en) nesten volgens het protocol binnen een straal van 30 meter van bedrijfsinstallaties bij de benoemde categorieën van bedrijven c.q. locaties (zie hieronder bij Periode & Gebied) en in de benoemde omstandigheden.

(1) Flare areas mogen in hun geheel worden opgenomen in het gebied waarbinnen nesten mogen worden verplaatst, ook buiten de afstand van 30 meter.

Ontheffingen

Binnen de havengebieden Rotterdam, Dordrecht, Alblasserdam voor bedrijven die vallen onder de categorie/locatie vanaf 1 februari resp. 1 april t/m 31 juli :

  • Chemie
  • Petrochemie
  • Opslag van vloeibaar gas, olieopslag en raffinage
  • Energieproductie
  • Overslag massagoederen
  • Overslag voedingsmiddelen
  • Overslag van containers
  • Locaties waar ontwikkeling, onderhoud en beheer van de infrastructuur van de haven plaats moet vinden en waar de aanwezigheid van meeuwen een gevaar vormt voor personen; of waar de aanwezigheid van meeuwen een groot risico vormt voor het verkeer en voor de meeuwen zelf, zoals langs wegen.
  • AVR, jaarrond.

Downloads