Vos
Vos

Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw kwam de vos uitsluitend voor in het oosten en midden van Nederland. Sinds de jaren zeventig heeft de vos zich naar het westen uitgebreid, ook naar Zuid-Holland. Tot ongeveer tien jaar geleden waren er geen of nauwelijks vossen op de Zuid-Hollandse eilanden. Waarschijnlijk via bruggen heeft de vos de Zuid-Hollandse eilanden bereikt, o.a. in het havengebied van Rotterdam en op Voorne is het aantal vossen de afgelopen jaren sterk toegenomen. Op het ogenblik komt de vos in Zuid-Holland overal voor. 

De vos is actief in de schemering en nacht. Overdag bevindt hij zich op een dekking biedende dag-rustplaats, over het algemeen in dichte vegetatie. De vos komt in vele leefgebieden voor: in bossen, parken, duinen en landbouwgebied maar ook in dorpen en steden. Vossen eten muizen, haasachtigen, vogels, kadavers en – vooral in stedelijk gebied – afval. In zomer en herfst eten ze ook fruit en in het voorjaar eieren.

Predatie weidevogels
De vos is één van de belangrijkste predatoren van weidevogels en in veel gevallen is de vos zelfs de predator met de meeste impact op populaties weidevogels. Daarnaast predeert hij ook op andere bodembroeders die daardoor sterk in aantal kunnen afnemen. Het faunabeheerplan omvat een uitwerking van het in 2023 vastgestelde provinciale soortenbeleid en dan met name van de maatregel “Voorkomen dan wel beperken van de predatie ter bescherming van kwetsbare soorten waaronder grondbroedende vogels”. Het sluit tevens aan bij het “Actieplan boerenlandvogels” van de provincie Zuid-Holland waarin de ambitie is vastgelegd om in 2027 grotere populaties akker- en weidevogels te hebben dan in de periode 2013-2015.

Beheer
Het vossenbeheer in Zuid-Holland wordt uitsluitend uitgevoerd op basis van ontheffingen. De uitvoering van de landelijke vrijstelling is niet toegestaan.

Het huidige Faunabeheerplan Vos Zuid-Holland 2024 – 2031 heeft een looptijd van acht jaar: van 30 januari 2024 tot en met 30 januari 2032. In het plan is beschreven welk vossenbeheer in deze periode in Zuid-Holland wordt uitgevoerd en waarom dit beheer nodig is. In het plan is ook informatie opgenomen over het in de vorige faunabeheerplanperiode uitgevoerde beheer en de organisatie van de uitvoering en monitoring van het beheer.

Op het ogenblik is er één ontheffing van kracht. Deze ontheffing maakt vossenbeheer mogelijk in en rond bepaalde leefgebieden voor weidevogels. Het betreft de leefgebieden Open grasland zoals ze zijn aangewezen in het Natuurbeheerplan 2024 van de provincie en een buffer daaromheen. Het beheer (vangen en afschot) wordt zowel overdag als in de nacht uitgevoerd in de periode 1 december tot en met 30 juni. Het uitgangspunt van het vossenbeheer is dat voor het broedseizoen van de weidevogels (voor half maart) de vossenstand in de beheergebieden fors wordt verlaagd. Dit is nodig om predatie effectief te voorkomen maar ook om verstoring door afschot tijdens de broedperiode en het doden van zogende moervossen zoveel mogelijk te voorkomen. De reden dat in de periode half maart tot en met 30 juni beheer (beperkt) mogelijk blijft is dat vossen die onverhoopt in of rond de broedgebieden opduiken, moeten kunnen worden weggenomen.

De ontheffing en de kaart met gebieden waar beheer mogelijk is (de beheergebieden) kunnen op deze pagina worden gedownload.

Actuele situatie

Afschot: beperkte uitvoering t/m 30 juni, uitsluitend in de aangewezen vosbeheergebieden!  Zie kaart bij Downloads of vraag de WBE om een detailkaart.

Gevangen zogende moervossen moeten worden losgelaten.

Details

Afschot: 1 december t/m 30 juni

  • Het grootste deel van het afschot wordt uitgevoerd tot halverwege maart.
  • In de periode half maart tot en met 30 juni wordt afschot beperkt uitgevoerd. Het vangen (en daarna doden met het geweer) van vossen van half maart tot en met 30 juni kan worden uitgevoerd mits zogende moervossen worden losgelaten.
  • Vanaf 1 april tot en met 30 juni zijn drijfjachten verboden.

Downloads